Onafhankelijk tijdschrift voor en door studenten Taal- en Letterkunde aan de Universiteit Gent
Onafhankelijk tijdschrift voor en door studenten Taal- en Letterkunde aan de Universiteit Gent

Dossier Transseksualiteit: Tussen Venus en Mars

Dossier Transseksualiteit: Tussen Venus en Mars
Door Ruben Aleksandr op 20 december 2016
Marius: “Toen ik besefte dat hetgeen waarmee ik zat als ‘transseksueel’ bestempeld werd, was het alsof er een mes in m’n maag gestoken en gedraaid werd. Het beeld dat ik van een transseksueel had, was de marginale, uitgescholden, verstoten en uitgelachen travestiet. Het is nog maar ongeveer 3 jaar dat transgenders in een meer positief daglicht geplaatst worden door de media. Het was toen eerder een combo van ‘aha’ en ‘oh crap’.”
Mein Camp
1800 jaar geleden, in het hedendaagse Syrië werd Elagabalus, de 25ste keizer van het Romeinse Rijk, op 18-jarige leeftijd door de Praetoriaanse Garde de handen afgehakt en door de stad gesleept. Dat was onder leiding van Julia Maesa, zijn grootmoeder. Ze had Elagabalus aan de hand van enkele subtiele leugens aan de macht geholpen om zo zelf vanuit de schaduw het Rijk te kunnen leiden. Waar ze geen rekening mee had gehouden was dat Elagabalus niet de gemiddelde tiener was. Hij verdeelde zijn tijd tussen het vereren van de zonnegod naar wie hij was vernoemd en het bezoeken van bordelen, verkleed als vrouw. Hij organiseerde decadente bacchanalen waar de zalen gevuld werden met rozenblaadjes, onderhield twee minnaars tijdens zijn drie huwelijken en beloofde naar verluidt het halve Rijk aan diegene die hem het vrouwelijke geslacht kon aanmeten. Denk Game of Thrones, maar dan decadenter.
Ruim een eeuw later werd er in de Arabische wereld een naam bedacht voor zijn ‘type’ persoon: mukhannathun. Een man die zich niet identificeerde met zijn biologisch gender. In tegenstelling tot de intuïtieve aanname werden de mensen weldegelijk geaccepteerd – wel, het is te zeggen, dat werd geaccepteerd zolang ze gecastreerd waren.
Spoel nu door naar medio 19e eeuw. Ongeveer op hetzelfde moment dat er een seksuele bewustwording ontstaat, wordt homoseksualiteit en alle geaffilieerde daaraan illegaal verklaard. Natuurlijk, verboden fruit smaakt het zoetst en de eerste substantiële academische onderzoeken vonden plaats. Wetenschappers zoals Krafft-Ebbing en Hirschfield legden het grondwerk voor de seksuele ontwaking die gedurende de volgende 150 jaar zou plaatsvinden door de erkenning en onderscheiding van verschillende seksuele identiteiten. In die 150 jaar is er veel gebeurd – zo veel dat er bij benadering 16.89 Dilemma’s nodig zouden zijn om dat alles grondig uit te spitten, maar jammer genoeg zijn er ook onderdelen die niet veranderd zijn. Zo is het beeld van transgenders vaak nog steeds dat van iemand uit een disfunctioneel gezin met extravagante en sociaal onaanvaardbare gedragingen. De correcte onderscheiding van verschillende seksuele identiteiten is nog altijd geen algemeen aanvaarde kennis en sterilisatie is nog steeds verplicht voor elke transgender. Hoog tijd dus om dat allemaal even uit te diepen. Daar we zelf geen ervaringsdeskundigen zijn hebben we de hulp ingeroepen van Marius, die 23 jaar geleden werd geboren als vrouw en nu – na een lang proces – een mooie en toch wel iets jonger uitziende man is. Naast het academische aspect werpt hij een persoonlijke blik op de wereld van transseksualiteit en transgender.
A rose by any other name …
Marius: “De meeste transgenders hebben wel graag dat mensen vragen stellen. Positieve interesse is tof. Sta uiteraard best even stil voordat je een vraag stelt. Met kwetsende en vernederende vragen of opmerkingen is niemand gediend en zeker niet als er een menigte rond staat. Maar ik ben vrij open, seksgerelateerde vragen kan je mij wel stellen, maar verwacht niet op alles gedetailleerde antwoorden. Ik draag graag bij aan de ‘demarginalisatie’ van transgenders. Het taboe rond dit thema moet gespiesd, gevild ende gevierendeeld worden. So, don’t be shy.”
Transgender, transseksueel, interseks … het is allemaal wat verwarrend en dat is normaal. De lijst van seksuele identiteiten en termen is lang en voor diegenen die Dilemma niet in hun handen hebben is het dan ook moeilijk ze allemaal uit elkaar te houden. We hebben daarom een woordenlijst opgesteld met de meest voorname en algemeen geaccepteerde termen. De lijst is echter niet compleet of zelfs volledig accuraat. Hoe iemand zich exact identificeert en de voornaamwoorden die men prefereert variëren namelijk per land en sociale groep, maar ook van persoon tot persoon. Datzorgt ervoor dat betekenis fluctueert en dat er steeds nieuwe termen opduiken. Het beste is en blijft dan ook om bij twijfel het gewoon te vragen. Wees gerust, dat zal zelden als beledigend worden ervaren, want het toont net dat je respect hebt voor de identiteit van die persoon. Desondanks is een algemeen overzicht van de Wondere Wereld van Seksuele Diversiteit niet enkel handig maar ook verrijkend.
Cisgender: het identificeren met diens biologische sekse. Een woord dat in 1991 door V. Sigusch werd ontwikkeld als tegengestelde van transgender (cis= aan dezelfde kant). Het staat los van seksuele voorkeur.
Queer: origineel een pejoratief voor LGBT, maar nu een algemeen geaccepteerde term voor iedereen die zich niet kan vinden binnen binaire gender en seksualiteitsnormen. Nota: de eerste serieuze LGBT-serie heette Queer as Folk –voor de pulpliefhebbende geïnteresseerde is de VS-versie van deze serie zeker de moeite.
Transgender: een koepelterm voor genderidentiteiten die niet volledig overeenstemmen met het biologische geslacht. In het Nederlands wordt het concept vaak bestempeld als transseksueel, maar dat kan als ongeïnformeerd en ongevoelig overkomen.
Transseksueel: het zichzelf identificeren met de andere sekse en met de intentie die te veranderen of iemand die dat al gedaan heeft.
Homoseksueel en/of lesbianisme (ja, ook wij waren verbaasd over die spelling, nvdr.): Het aangetrokken voelen tot hetzelfde geslacht
Biseksueel: Jazeker, in tegenstelling tot wat zelfs veel homo’s (en lesbiennes) denken, bestaat het echt. Come on guys, het is een spectrum!
Aseksueel: in tegenstelling tot onthouding of het celibaat is dit het inherent ontbreken van seksuele aantrekkingskracht of verlangen. Het is nog maar recentelijk geaccepteerd als seksuele oriëntatie en onderzoek hierover staat nog in zijn kinderschoenen. Er wordt geschat dat 1% van de bevolking aseksueel is, maar veel aseksuele mensen denken dat ze biseksueel zijn omdat ze exact even hard zijn aangetrokken tot mannen als tot vrouwen.
Panseksueel: iemand die aangetrokken is tot een persoon ongeacht diens gender. Dat om ook transseksuelen, interseks, etc. Polyseksualiteit is het aangetrokken voelen tot meerdere maar niet alle genders.
Travestie: zich kleden als het andere geslacht uit artistieke of gevoelsmatige overwegingen. Dat is niet (noodzakelijk) uit transgender overwegingen.
(In het Engels zijn hier twee termen voor: cross-dressing voor travestie en drag voor travestie met artistieke doeleinden.)
Intersekse: iemand met biologische kenmerken van beide seksen op genetisch of biologisch vlak
Behind the Candelabra
Hoe heeft het hele transformatieproces jouw kijk op de wereld veranderd?
Marius: “Ik heb het ‘pad der verlichting’ bewandeld. Oké, ik overdrijf misschien een beetje, maar ik bedoel dat je als transman wel een andere kijk hebt op de wereld. Aan de ene kant werd mijn jeugdige naïviteit me al vrij snel voor een groot deel onttrokken, want je ziet mensen zoals ze echt zijn. Durven ze publiekelijk voor je opkomen? Spreken ze je aan met de gewenste persoonlijke voornaamwoorden en met de juiste voornaam? Ook achter je rug? En dan heb je de overheid, die zou moeten opkomen voor minderheden, maar in België moet je nog steeds verplicht gesteriliseerd zijn om je geslacht officieel te kunnen laten veranderen. Aan de andere kant heb ik zelfveel empathie voor minderheden verworven en ben ik zeer open minded, waarvoor ik dan weer heel dankbaar ben.”
Ondanks alle wetenschappelijke en sociale progressie is een transitie nog steeds niet eenvoudig. Een positief teken is wel dat de gemiddelde transitieleeftijd verlaagt en het aantal transities verhoogt. Dat dankzij een beter (maar nog lang niet perfect) legaal kader en een grotere sociale bewustwording. Maar wat gebeurt er exact nadat je beseft wie je echt bent, nadat je een naam hebt kunnen geven aan datgene wat je al heel je leven oncomfortabel doet voelen en je de grote stap hebt genomen om ‘uit de kast’ te komen? De werkelijkheid is minder rooskleurig dan je zou hopen. Niet alleen volgt er gemiddeld 2 tot 5 jaar zware fysieke en psychologische inspanning, maar ook een resem moeilijke beslissingen, een constante strijd voor acceptatie, een leven lang medicatie nemen en in sommige landen een zeer hoog prijskaartje.
De eerste logische stap is uiteraard naar een bekwame arts te gaan of naar het Transgender Infopunt*. Voordat men begint met de hormonenkuur, wordt er een reeks psychologische sessies en onderzoeken uitgevoerd om zich ervan te vergewissen dat het echt is wat je nodig hebt – een volledige transitie is ten slotte onomkeerbaar. De hormonenkuur die hierop volgt, verandert de structuur van het zachte weefsel en keert de vorming van secundaire kenmerken om. Dat kan echter pas vanaf zestien jaar om een gezonde groei te verzekeren, maar tijdens de puberjaren kan er wel gebruikt gemaakt worden van hormoonremmers die de vorming van secundaire geslachtskenmerken afremt. Tijdens die periode gaat de betreffende persoon ook volledig door het leven als het andere geslacht als een zogenaamde ‘real-life test’. Na ettelijke maanden tot zelfs enkele jaren in de hormonenbehandeling wordt die aangevuld met enkele operaties voor het wegnemen van interne voorplantingsorganen (hysterectomie) en het veranderen van de externe geslachtsorganen (borstverwijdering/vergroting, metadoioplastie of vaginoplastiek). Toch kiest niet elke transseksueel hiervoor. De risico’s op ongevoeligheid en esthetische ontevredenheid zijn namelijk reëel. Ook is het natuurlijk niet de vagina of penis die de persoon maakt, maar hoe de transgender het totaalplaatje ervaart en de omgeving hen behandelt. Uiteindelijk maakt iedereen dus de beslissing die voor hem of haar het best uitkomt. Na het hele proces moet een transseksueel voor de rest van zijn of haar leven hormonen blijven nemen om de terugkeer van bepaalde geslachtskenmerken te vermijden. Daarnaast zijn regelmatige check-ups van het eventuele nieuwe voorplantingsorgaan noodzakelijk.
Persoonlijke nota
Marius: “Of je dat deelt of niet … dat is een moeilijke. Ik zou absoluut niet graag ‘stealth’ door het leven gaan, ik zou er zelf heel wat aan gehad hebben iemand te kennen die transgender was in mijn puberjaren of jonger. Ik voelde mij toen vrij ‘alien’ en vooral heel alleen, ondanks dat ik best wel wat vrienden had. Ik durfde het lang niet met iemand te delen uit angst voor onbegrip en ik zou daarom graag zelf dat steunpunt zijn voor andere transgenders. Maar om het aan eender wie mee te delen, is natuurlijk een andere zaak. Je wilt niet direct in dat vakje ‘transgender’ gestockeerd worden. Ik ben veel meer dan dat alleen.”
Ik ben dit artikel begonnen met het idee dat het eigenlijk een plat gewandeld onderwerp was en dat er weinig toe te voegen was aan de algemene kennis. Toch bleek het tegendeel waar. Tijdens een gesprek bleek dat een aantal mensen transseksualiteit fundamenteel niet begrijpen. Op de vraag hoe iemand zou reageren mocht je een liefdesinteresse hebben met wie je zeer goed overeenkomt, maar dat die bekent ooit tot de andere sekse te hebben behoord, bleek dat ook voor velen een dealbreaker te zijn. Het was geen waardeoordeel, eerder onbegrip. De afwezigheid van het onderwerp in hetonderwijs is hoogstwaarschijnlijk de hoofdreden hiervoor. Daarom is het net belangrijk het wetenschappelijk vanzelfsprekende te vermelden. Transseksualiteit is geen opvoedkundig feit. Net zoals met vele psychologische ‘‘kenmerken’ zoals homoseksualiteit en hoogbegaafdheid kan opvoeding inderdaad een versterkende of verzachtende factor zijn bij transgenders. Hoe meer onderzoek er gedaan wordt, hoe meer bevestigd wordt dat er weldegelijk substantieel en onuitwisbaar neurologisch en biologisch grondwerk wordt verricht tijdens de zwangerschap. Er is aangetoond dat de hersenen van transseksuelen effectief meer neigen naar dat van de ‘ervaarde’ sekse. Een van de meer prominente hypotheses hieromtrent wijst naar de hormonentoevoer tijdens de vroege zwangerschap die in verschillende mate het brein en het lichaam kan beïnvloeden. Wanneer het brein een dosis geslachtshormonen toegediend krijgt die niet correspondeert met die van het lichaam, kan het ene embryo vrouwelijke en het andere mannelijke eigenschappen krijgen. Het is voorlopig misschien nog geen onderdeel van de algemene kennis, maar zoals alles nu evolueert, is er zeker hoop.
Wat zou je nu tegen de tien jarige Marius zeggen?
Marius: Je hebt gelijk, kleine kadee! Er bestaat inderdaad een manier om van die toekomstige borsten af te komen! En geef nooit, nooit, nooit, nooit, nooit of te nimmer op.
*Het TIP werd in 2013 opgericht als tijdelijk project, maar bewees zichzelf al meteen broodnodig en werd daarom ook al viermaal verlengd en uitgebreid. De organisatie verstrekt niet enkel informatie, maar kan mensen ook doorverwijzen naar andere instanties en heeft onder andere een sterke band met het UZ Gent, dat bijna de helft van alle transities in België op hun naam heeft staan. Meer informatie vind je op hun website.
Voor informatie over het ‘transgender brein’:
Russo, Francine. “Is There Something Unique about the Transgender Brain?” Scientific American 314.1
Ruben Aleksandr
Over de auteur